‘Ik heb nu de een na mooiste baan ter wereld’

Ex-collega Martin Veldhuizen werd boventallig en verliet a.s.r. 5 jaar geleden. Dit einde werd het begin van iets moois: als journalist werkt hij nu onder andere voor het AD, Utrechts Nieuwsblad en af en toe voor i.p. In deze uitgave schrijft Martin zelf over zijn eerste lustrum. ‘Ik heb de één na mooiste baan ter wereld.’

Een razende herfststorm zorgde voor code rood en iedereen werd die maandag in oktober 2013 geadviseerd binnen te blijven. Onder tussen kreeg ik op mijn reguliere thuiswerkdag het dwingende verzoek of ik naar kantoor wilde komen. Volgzaam trotseerde ik de rukwinden. Dat ik niet voor een aai over mijn bol of – beter – een fikse beloning naar a.s.r. was gefietst, werd duidelijk toen Arthur Arbouw, mijn directeur bij Pensioenen, de deur van de vergaderruimte extra goed dicht deed en met een strak gezicht tegenover mij ging zitten. ‘Ik heb slecht nieuws voor je’, zei hij op een toon die het ergste deed vrezen, maar ik dacht: daar kan jij je weleens lelijk in vergissen!


NESU

Zijn mededeling dat ik boventallig werd, zorgde niet voor emotionele taferelen, wel voor opluchting. Een jaar eerder maakte ik tijdens een sabbatical van 4 maanden een magazine over Mihai Nesu. De Roemeense linksback van FC Utrecht had bij de training een dwarslaesie



opgelopen, ik eerde hem met een blad dat 9000 euro opleverde voor de stichting die Nesu na zijn ongeval had opgericht. Ik genoot ontzettend van mijn bestaan als ‘journalist’ en nadat ik, zoals afgesproken, terugkeerde bij a.s.r. bleef ik fantaseren over een baan in de sportjournalistiek. Maar vanwege hypotheek­verplichtingen en allerlei ander geneuzel durfde ik de stap niet te zetten. Totdat Arthur dus vertelde dat mijn functie verviel. Dat zetje had ik nodig om mijn hart te volgen!


Proefartikel

Op 1 juli was het precies 5 jaar geleden dat ik a.s.r. verliet. Dankzij 27 dienstjaren en het sociaal plan gebeurde dit met een goed­gevulde bankrekening, bovendien had ik een WW-uitkering achter de hand én had mijn vrouw nog wel een baan, ook bij a.s.r. trouwens. Vol ambitie zocht ik mijn netwerk uit het Nesu-tijdperk op en al snel had ik de eerste opdrachten op zak. Ik maakte nóg een magazine, voor voetbalclub Jonathan, en mocht af en toe voor het AD Utrechts Nieuwsblad op pad.

'Toen ik na een sabbatical terugkeerde bij a.s.r. bleef ik fantaseren over een baan in de sportjournalistiek'

Inmiddels is de krant mijn grootste opdracht­gever en dat is best verrassend, aangezien de coördinator sport van het AD in 2014 tegen mij zei: ‘Ik heb niemand nodig, maar je mag gerust een keer een proefartikel schrijven’. Door hard te werken, alles aan te pakken, mijn afspraken na te komen en kwaliteit te leveren, kun je tegenwoordig de krant bijna niet meer openslaan of er staat een verhaal van mij in. Waarbij ik zeker ook geluk heb gehad, want in 5 jaar tijd overleed 1 collega-verslaggever, ging de coördinator met pensioen en staakten andere freelancers hun werkzaamheden voor de krant.


Nieuwtjes

Zeven dagen per week speur ik naar nieuwtjes in de Utrechtse sportwereld, met voetbal, handbal en honk- en softbal als sporten waar ik mij het meest op focus. Vrijwel ieder weekend bezoek ik een of meer sportwedstrijden om er verslag van te doen. Kijken naar voetbal, kletsen met bekenden en vervolgens een verhaaltje schrijven, noem ik geen werken! Is het altijd leuk langs de lijn? Nee, want

sommige duels zijn niet om aan te gluren en het kan ongelofelijk koud zijn. Kan ik er van rondkomen? Helaas, de tarieven zijn niet van dien aard dat je er met gemak een gezin van onderhoudt. Bijten wij thuis daarom op een houtje? Ben je gek, als serieuze zzp’er spreid ik mijn risico.

De werkzaamheden voor de krant combineer ik met het schrijven van verhalen voor een sportuitgever in Zeist, ik maak magazines voor verschillende voetbalclubs, ik schrijf voor het ledenblad van de Nederlandse Vereniging van

Gevolmachtigd Assuradeuren én ik krijg regelmatig een telefoontje van a.s.r. of ik wil helpen bij de productie van i.p. of het Jaarmagazine. Dat je voormalige werkgever je inhuurt op je nieuwe expertise, hoe tof is dat!


Onzekerheid

Toch slaat soms de twijfel toe. Bijvoorbeeld als ik vastloop in een verhaal, of als er tijdelijk wat minder werk op de plank ligt. Hoelang doen mijn opdrachtgevers nog een beroep op mij? Moet ik geen acquisitie plegen en nieuwe klanten werven? Ben ik straks niet te oud om jonge sporters te interviewen? Wat als ik ziek word? Want een arbeidsongeschiktheids­verzekering heb ik niet. Inmiddels heb ik geleerd die onzekerheid toe te laten. Het hoort nu eenmaal bij het bestaan als kleine onderne­mer. En als ik een punt zet achter mijn verhaal en de factuur kan versturen, dan denk ik: jochie, voor profvoetballer had je te weinig talent. Maar je hebt nu toch echt de een na mooiste baan ter wereld!


Prachtige jaren

Ik denk dat mijn vertrek bij a.s.r. voor beide partijen de beste oplossing was. En Arthur Arbouw kom ik nog weleens tegen, in de schouwburg of op de middelbare school van onze kinderen. De eerstvolgende keer zal ik hem hartelijk bedanken voor 5 prachtige jaren!