Verslaafd

Je hebt het wellicht al gelezen op Infonet dat je moet oppassen als je elke dag met of zonder partner een flesje wijn opentrekt. Je moet oppassen als je elk weekend de pretpillen erin gooit om het daglicht te halen bij een dance-party. En je moet oppassen als je zo aan de pijnstillers gewend bent dat die in je vaste voedingspatroon zijn opgeno­men. a.s.r. gaat het Arbobeleid aanpassen als het om drank, drugs of medicijnen gaat op de werkvloer. Bij mij schoten meteen de vlekken in mijn nek omdat ik nog wel eens na een slopend weekend beken dat ik de wettelijke alcohollimiet behoorlijk heb overschreden. En ik wil mezelf zeker niet tot de groep verslaafden rekenen maar als ik lees dat volgens de Jellinek kliniek minstens 2 miljoen Nederlan­ders verslaafd zijn aan alcohol, schrik ik toch wel even.
Niet dat ik de cijfers altijd erg serieus neem. Laatst las ik dat 1 op de 4 kinderen een andere biologische vader heeft dan de officiële echtgenoot van moeder. Dat lijkt me stug. Maar helemaal flauwekul is het natuurlijk niet. Over die alcohol bedoel ik.

In mijn vorige leven als journalist van de opinieweekbladen, was alcoholisme een vast gegeven. In het restaurant naast het mediaconcern werd elke middag een stamtafel ingedekt waar zo’n 20 collega’s aanschoven.
Van management tot advertentieverkoper. Zo rond half 3 stonden de eersten wat onzeker op en waggelden dan richting het hoofgebouw. Ik vond dat toen al merkwaardig maar het kon nog gekker. Ooit kwam een collega op zijn tweede werkdag zich - tot hilariteit van de rest - voor-stellen, wat hij de dag ervoor ook al had gedaan. Je kon leunen tegen zijn kegel. Toch kreeg dan zo’n man een klap op zijn schouder en gingen we over tot de orde van de dag.

Gelukkig hebben dat soort excessen zich bij mijn weten bij a.s.r. nooit afgespeeld. Maar het kost het bedrijf geld omdat mensen met verslaving slechter, dan wel helemaal niet, functioneren. Dus ik begrijp maar al te goed dat we daar aandacht aan besteden.
Afgelopen maandag vroeg mijn leidinggevende hoe mijn weekend was geweest. Ik had het idee dat hij heel dicht bij me kwam staan. En het leek wel of hij een paar keer snoof alsof hij iets dacht te ruiken. Het kan zijn dat ik me dat inbeeld, maar toch...

Hans Vos, hoofdredacteur i.p.
hans.vos@asr.nl