Meer dan 40 jaar dierbare herinneringen en positief over afscheid De Amersfoortse

Luuk de Vos: 'Dit is het juiste moment’

Wie geen das droeg kon naar huis om er een te halen, de eerste leaseauto moest in het weekend ingeleverd worden en een AOV voor jachthonden was binnen een paar dagen geregeld... Dierbare herinneringen van Luuk de Vos die op z’n 21e bij De Amersfoortse in dienst kwam. Maar dat het merk nu verdwijnt, is voor de huidige directeur Verkoop Inkomen en Zorg niet iets om te betreuren. ‘Het is een geleidelijk proces geweest en we kunnen nu profiteren van het sterke merk dat a.s.r. de laatste jaren is geworden.’

Door Hans Vos

Het is de ene vlag strijken en tegelijkertijd de andere hijsen. Zo ziet Luuk de Vos de omlabeling van De Amersfoortse naar a.s.r. als voorzitter van de stuurgroep merktransitie. ‘Iedereen werkt al bij a.s.r., de contacten met het intermediair veranderen niet en wij zijn onderdeel van de juridische entiteit ASR Schadeverzekeringen N.V. wat dus ook al een tijdje op de polisvoorwaarden van De Amersfoortse staat. De vaste aanspreekpunten blijven. En dit is nu het juiste moment om het te doen.’

Ook na de overgang naar het merk a.s.r. koestert Luuk zijn herinneringen aan ruim 43 jaar De Amersfoortse. ‘Mensen zeggen wel eens: hoe leuk is het om zo lang voor hetzelfde bedrijf te werken? Maar dat voelt helemaal niet zo. De Amersfoortse is van een klein bedrijf met een Veluws karakter uitgegroeid tot de generalistische verzekeraar en zelfs allergrootste in de AOV-­markt met groeicijfers van soms 30 procent per jaar. Ging samenwerken met Stad Rotterdam, werd onderdeel van de ASR Verzekeringsgroep en later van Fortis waar zo’n 60.000 man werkten. En is nu onderdeel van een afgesplitst bedrijf dat in 10 jaar is gegroeid van een onderneming die geen vlees op de botten had tot een beursgenoteerde verzekeraar met een prima reputatie en gezonde financiële status. Het is altijd een bedrijf geweest waar niet alleen ik, maar iedereen kansen kreeg om zich te ontwikkelen en door te groeien. Kijk maar naar Jos Baeten.’

Geschiedenis Hoewel Luuk er nog geen deel van uitmaakte, kent hij de ontstaansgeschiedenis van het zogenaamde wit­blauwe kruis van 1938. ‘Het was de bevlogen ondernemer Van der Vlies van een klein ziekenfonds die vlak voor de oorlog als tegenwicht tegen de katholieke ziekenhuizen onder andere in Amersfoort, fondsen zocht voor protestante ziekenhuizen. Alles vanuit zijn woning boven het kantoor waar een handjevol medewerkers werkten. Dus door ziektekostenverzekeringen te verkopen kon hij de bouw van dat soort ziekenhuizen steunen. Na de oorlog kwamen daar ook onder meer schadeverzekeringen zoals brand, aansprakelijkheid en auto bij waarin hij nog een primeur had. Namelijk de geïndexeerde brandverzekering. Het verzekerde bedrag steeg met de waarde van je woning. Iets wat later door veel verzekeraars werd overgenomen, ook in de AOV.’

Toeval Het was min of meer aan zijn echtgenote te danken dat Luuk in 1977 bij De Amersfoortse terechtkwam. Zij ging werken in de zorg in Amersfoort en het leek Luuk handig haar te volgen. Met een afgeronde middelbare schoolopleiding en NIMA A en B op zak, klopte Luuk bij De Amersfoortse aan en startte op de administratie van de afdeling AOV. ‘Dan kom je van het een in het ander. Zoals eind jaren 70 toen toenmalig directeur Karelse gehoord had dat Delta Lloyd een marketingafdeling had opgericht. Wie een marketing diploma had, kon zijn vinger opsteken. Ik dus. Daar zat je dan achter een leeg bureau en kreeg je een postzegelbudget voor het versturen van commerciële post naar verzekeringsadviseurs, maar verder mocht ik het uitzoeken. Dat budget kwam tot stand doordat we de mailings van de diverse afdelingen gingen centraliseren. Het was de tijd dat alles kon. Hoorden we dat jachthonden risico’s liepen (jagen was de dure hobby van commercieel directeur Schilstra), hadden we binnen een weekend een jachthonden-­AOV. Over time to market gesproken.’

Pak met das De Amersfoortse was in het begin een direct writer die rechtstreeks verzekeringen verkocht, onder meer via couponnetjes in het legendarische NS­tijdschrift Tussen de rails. Pas toen er meer op het intermediair werd gefocust in 1963, werd een buitendienst met inspecteurs in het leven geroepen. ‘En die waren altijd keurig gekleed in pak met das. Want je vertegenwoordigde toch het merk. Als je in de tijd van de toenmalig commercieel directeur Peter Scholten op kantoor binnenkwam zonder das werd je zelfs teruggestuurd naar de receptie om er een te lenen. Anders kon je naar huis om er een op te halen. Inmiddels een bekend verhaal onder De Amersfoortse­collega’s. Door het intermediair werd en wordt het op prijs gesteld dat we zo representatief gekleed gaan.’ En de inspecteurs konden rekenen op uitstekende arbeids-voorwaarden. ‘Het was eind jaren 60 toen collega Ger Gruis uit Rotterdam de eerste auto van de zaak kreeg aangeboden. Een Volkswagen Kever. Dat was natuurlijk prachtig maar er zat één nadeel aan. Hij moest hem op vrijdagmiddag terugbrengen, vervolgens met de trein naar huis en kon hem wederom na een treinreis op maandag weer ophalen in Amersfoort. In het weekend was de auto voor de zoon van de directeur. Echt een andere tijd. Die Gruis kreeg ook geen overdracht van zijn voorganger over de bestaande relaties. Karelse gaf hem een telefoonboek van Rotterdam en zei: “daar staan ze allemaal in, veel succes!”.’

Groeispurt De grote groei van De Amersfoortse, dat uiteindelijk in 1980 een nieuw groot pand betrekt op de Stadsring in Amersfoort en in 1996 op deze plek nieuwbouw pleegde, is mede te danken aan de groeispurt als in 1976 de algemene arbeidsonge­schikheidswet van kracht wordt. ‘Die kwam erop neer dat zelfstandigen na een jaar terugvielen op een basisuitkering (overigens waren tot 1980 gehuwde vrouwen uitgesloten van deze wet). Door de aandacht hierop zijn wij in dat gat gesprongen en hebben onze toppositie in AOV nooit meer prijsgegeven. In 1985 kwam een explosieve groei. Toen werd vastgesteld door de Centrale Raad van Beroep dat als er geen sprake meer is van een gezagsverhouding, je ook niet verplicht verzekerd hoeft te zijn bij het UWV voor Ziektewet en WAO. Dat gold dus voor directeuren, die waren niet in loondienst. Elke week

kwam er wel een bureau bij voor een nieuwe medewerker. We groeiden als kool. Ik schoof als teamleider acceptatie AOV steeds verder naar de branddeur. En wat zeker ook meewerkte was het beleid van de overheid om in de jaren 90 verder te privatiseren.’

De Amersfoortse ziet kans om de eigen identiteit vast te houden en de rug recht te houden ondanks de vele fusies waar ze onderdeel van wordt. Met Stad Rotterdam, ASR Verzekeringsgroep, onderdeel van de fusie van Fortis AMEV in 2000 en in 2005 de integratie van AMEV, Stad Rotterdam en Woudsend tot Fortis ASR. ‘Vooral AMEV en Stad Rotterdam waren 2 culturen die nog wel eens botsten. Wij konden in de betrekkelijke luwte in Amersfoort commercieel doorbouwen aan onze expansie.’

Ondanks de dierbare herinneringen aan het rijke verleden van De Amersfoortse staat Luuk 100 procent achter de omlabeling naar a.s.r. ‘Er is altijd nostalgie en de trots op dat prachtige bedrijf blijft natuurlijk. Maar deze beslissing is genomen op basis van ratio. En daarbij is de emotie in stapjes gegaan. Het is geen big bang. Het klimaat is nu goed. a.s.r. kan met trots het vaandel van De Amersfoortse overnemen. Met het zuur van het loslaten van De Amersfoortse krijgen we het zoet van a.s.r. terug.’