a.s.r.-familie

Het zag er slecht uit, begin december. Omdat de tentoonstelling qua omvang toch wat uit de hand was gelopen, was de kans klein dat de organisatie het op tijd voor de opening klaar zou krijgen. Maar op dat moment staat een aantal collega’s op om in te springen, en degenen die al bezig zijn doen er een schepje bovenop. De mannen van de facilitaire dienst bijvoorbeeld en niet te vergeten onze timmerman André die de blaren op zijn vingers heeft gespijkerd om onder meer de schouw uit het pand De Utrecht na te bouwen.


Ja, ik ben de eerste die een streep haalt door zinnen als ‘we hebben zo hard gewerkt’. Ik vind het vrij normaal dat je soms een stapje extra doet. Maar daar gaat niet om. Juist die bereidheid om voor elkaar in te springen, spreekt me aan. Precies volgens planning kon burgemeester Van Zanen op 15 januari de tentoonstelling openen.

Een tentoonstelling van 300 jaar a.s.r. met onder meer beelden van de opening van het AMEV-gebouw in 1974 door prins Bernhard. Bij het zien schoot me weer dat verhaal te binnen over het familiegevoel van AMEV waar zelfs op een kantoor een paar pantoffels stonden. Van dat laatste krijg ik nog steeds kouwe rillingen, maar het gevoel vind ik mooi.


Komt ook omdat ik, toen ik 11 jaar geleden kwam, wel wat anders gewend was. Om nog eens een voorbeeld te geven van hoe innig collega’s bij Privé met elkaar omgingen: je moest als verslaggever op elke party met BN’ers tot het einde blijven. Ook al hingen er alleen nog 3 stomdronken figuranten aan de bar. Wat deed de hoofdredacteur dan? Hij informeerde bij de dienstdoende fotografen hoe laat de verslaggevers waren vertrokken. Je raadt het al: er was altijd wel een van je ‘vrienden’ bereid te verklappen dat je voor sluitingstijd was vertrokken. Dat kwam je op een zware uitbrander te staan en je kreeg meteen de schuld voor slechte verkoopcijfers die week.


Daarom was ik bij mijn komst bij a.s.r. lichtelijk achterdochtig. Iedereen was verdacht aardig. Ik wachtte op de figuurlijke dolk in de rug die nooit kwam. a.s.r. voelde ook toen al als een warme familie.

Dat kwam voor mij weer eens tot uiting bij het afscheid van Chris Figee. Jos sprak hem in mijn beleving toe als een man die een afscheidsspeech geeft voor zijn broer die op het punt staat te emigreren. Zo warm was het.


Ik mocht ook een bescheiden bijdrage leveren aan Chris’ afscheid. Met collega Michel had ik een video gemaakt van ons bezoek aan een markante aandeelhouder van het eerste uur. Toen de man in beeld kwam, kon je Chris achter in zijn keel kijken. Een geslaagde actie vonden wij.


Niet iedereen vond dat. Een collega kwam naar me toe om te zeggen dat ze het jammer vond dat de video zwaar amateuristisch was terwijl er voldoende know-how in huis is. ‘Jullie leken wel 2 ooms die voor de bruiloft van een familielid een videootje in elkaar hadden geflanst.’ Vanuit haar perspectief heeft ze volkomen gelijk. Maar volgens mij zijn het juist dat soort dingen waardoor Chris bij zijn afscheid zei dat a.s.r. het grootste beursgenoteerde familiebedrijf van Neder­land was en dat hij daar met pijn in zijn hart afscheid van nam.


Hans Vos, hoofdredacteur i.p.

hans.vos@asr.nl