Hoofdredacteur Hans Vos neemt afscheid na 12 jaar i.p.:

‘Vooral de persoonlijke verhalen hebben me altijd geboeid’

Door Sandra Meijer

‘Zo, Hans, vertel eens hoe je bij a.s.r. terecht ben gekomen?’ Het was de omgekeerde wereld, de interviewer geïnterviewd. Jolanda Sappelli en Jos Baeten stelden de vragen aan hoofd Redactie Hans Vos die per 1 november ‘noodgedwongen afscheid neemt van a.s.r.’ zoals hij het zelf omschrijft.

Hij heeft ze als hoofdredacteur van i.p. de afgelopen jaren vaak geïnterviewd, HR-directeur Jolanda Sappelli en CEO Jos Baeten. En voor Jos ook de nodige speeches en enkele columns voor i.p. geschreven. Samen met 2 redacteuren is hij naast i.p. verantwoordelijk voor de dagelijkse nieuwsvoorziening op Infonet, de Management Letter, het Jaarmagazine en de nodige andere uitgaven zoals het tentoonstellingsboek en het jubileumgeschiedenisboek. Dat stopt nu Hans Vos per 1 november met pensioen gaat. ‘Ik weet nog niet eens hoe hoog mijn pensioen is, dat schuif ik voor me uit. Ik was graag nog langer gebleven.’ Hij vertelt dit zittend aan tafel met aan de andere kant Jolanda en Jos, die met de iPad voor hen zich hebben voorbereid op dit interview waarin zij de vragen stellen en niet andersom.

Al snel blijkt dat Hans net zo makkelijk praat als hij vragen stelt. Een korte vraag van Jolanda of Jos is voldoende voor vaak een uitgebreid betoog (‘ik praat maar gewoon door hè?’).

Jolanda: Hoe kijk je terug op je a.s.r.-periode?

Hans: ‘Fantastisch! Het is een van de beste beslissingen in mijn leven geweest. Terwijl het toeval is. Een collega-trainer - want trainingen geven, dat deed ik toen ook al - werkte hier met de redactie en vroeg mij het over te nemen. Ik had ergens weer eens ruzie gemaakt en was zonder baan dus ik wilde dit wel voor een paar maanden doen. Nou ja, en nu zijn we bijna 13 jaar verder.’

Jos: Hoe waren de eerste maanden hier?

‘Ontzettend wennen. Ik kwam uit een agressieve organisatie bij de roddelbladen en ging er hier ook met gestrekt been in. Dat was ook voor de collega’s wennen trouwens. En toen ik mijn eerste tekst klaar had, zei ik tegen Sandra dat ie het Infonet op kon. Maar die vroeg of ik hem al had laten accorderen. Accorderen? Ik kende het woord niet eens. Dat gold ook voor alle verzekeringstermen. Na een paar weken zei ik tegen Pedro (van Looij, hoofd In- en Externe Communicatie) dat ik niets van dit bedrijf snapte en wilde opstappen. Hij stelde me gerust dat hij het zelf pas na een halfjaar doorkreeg. Dat hielp. En ik was in die begintijd ook achterdochtig. Iedereen was aardig. Dat kan niet, dacht ik. Wanneer komt het? Ik was op mijn hoede. Maar dat mes in mijn rug kwam nooit. Iedereen was oprecht aardig. Ons redactieteam, waar Sandra vanaf het begin bij was en Marleen nu sinds een jaar, is hecht en warm. Een goede ploeg. Dus zowel op zakelijk als persoonlijk gebied was het top.’

Hans Vos (foto door Jos Baeten)

Jos: Je praat over de verschillen met je eerdere werk, zijn er ook overeenkomsten met de roddeljournalistiek?

‘De mensen over wie ik schrijf. Ik ben nieuwsgierig naar mensen. Bij Privé voerde dit de boventoon maar bij a.s.r. stel ik in elk interview ook persoonlijke vragen. Ik ben benieuwd naar keuzes die mensen hebben gemaakt. En hoe iemand is geworden zoals die is. Persoonlijke verhalen hebben me altijd geboeid.’

Jolanda: Is dat de rode draad in je a.s.r.-loopbaan?

‘Ja, ik werk vanuit een intrinsieke nieuwsgierigheid. Ik ben collega onder de collega’s. Ik leef me in de ander in. Onze missie is dat iedereen alles begrijpt wat we schrijven. We zitten dicht bij de top maar schrijven voor alle collega’s. Daarom praat ik ook zo graag met iedereen in het bedrijf. De rij bij de kassa van het restaurant is de beste informatiebron voor mij geweest. Collega’s die zeggen “Hans, dat en dat klopt niet, daar moet je eens over schrijven” bijvoorbeeld. Of ik hoorde van een jubileum of vertrek van iemand.’

Jos: Als je terugkijkt, wat zijn dan een hoogte- en dieptepunt in die jaren geweest?

‘Een hoogtepunt was allereerst het uitgebreide kerstinterview met jou Jos dat op mijn initiatief niet over a.s.r. ging. Daar vertelde jij veel over jezelf, ook hoe ziek je bent geweest, dat maar weinigen wisten. Zo’n interview heeft volgens mij een waardevolle functie, want medewerkers leren hun leider zo van een andere kant kennen.’ Als Hans wil beginnen over zijn blog over de zelfgekozen dood van Pauline, de moeder van zijn 2 zoons, breekt hij even, maar herpakt zich snel. ‘Ik zat op werk toen ik een telefoontje kreeg van Thierry, mijn jongste zoon. Sandra zat tegenover mij en toen zij mij hoorde zeggen “Is ze dood?” kwam ze meteen naar me toe. In de uren daarna werd alles voor me geregeld qua werk, kreeg ik telefoontjes van Pedro en Boudewijn en andere collega’s en ’s avonds een appje van jou, Jos. En op die blog kreeg ik ruim 130 reacties! Niet alleen medeleven, maar ook verhalen van mensen die iets heel persoonlijks met mij deelden. Dat alles heeft me heel veel gedaan. En ondanks de trieste aanleiding, is dit dus toch een hoogtepunt.’

Jos: Als je a.s.r. als persoon ziet, wie is het dan?

‘Een goede vriend. Die het ook zegt als het niet goed is. maar waar je zeker van bent dat je in goede handen bent. Dat hoor ik vaker over a.s.r. Niet meteen de meest wilde, maar wel de vriendelijke vriend. Je kunt altijd bij hem terecht en je weet wat je aan hem hebt.’

Jolanda: Hoe is de ontwikkeling op jouw vakgebied geweest, de interne communicatie. Is dat anders dan voorheen?

‘Ik denk dat de hele cultuur is veranderd. Met dank aan een totaal andere HR-afdeling. Een eigen cao, de beoordelingsgesprekken afgeschaft en natuurlijk ook het open kantoor. Ik weet nog dat iemand na een eerste Townmeeting zo’n 10 jaar geleden bewonderend zei dat die Jos van dichtbij had gezien. Dat alles is absoluut veranderd. Ook de angst voor autoriteit bij collega’s is grotendeels weg. Altijd wilde iemand zijn tekst nog even voorleggen aan zijn manager of de directeur er naar laten kijken. Daar werd ik weleens chagrijnig van. Dichterbij mijn werk heb ik vooral geprobeerd Infonet objectief te houden en journalistieke teksten te maken en i.p. door te ontwikkelen tot een prettig leesbaar magazine, met een mooie mix van boeien en binden. Dat is aardig gelukt, denk ik.’

Jolanda: Wat ga je straks doen met je vrije tijd?

‘Naast de schrijftrainingen en optredens met diverse bandjes krijg ik ook meer tijd voor mijn boot die in Heeg ligt. Het afgelopen seizoen was slecht qua weer, maar toch heel leuk. De boot is een sociale plek geworden waar al veel collega’s, vaak met het hele gezin, zijn geweest. Dan krijg je ook mooie gesprekken. Ik hoop dat dit niet stopt na mijn vertrek.’

Jos: Ga je dat contact het meest missen, denk je?

‘Absoluut! Ik ben net een straathond. Ik kwispel bij iedereen die me aardig vindt.’

Jos: Mooie titel voor dit verhaal!

‘Nee, alsjeblieft!'

Jos: Oké, terug naar de vraag. Door heel het gesprek klinkt het door, je bent een echt mensenmens.

‘Dat klopt. Heb de contacten in coronatijd ook ontzettend gemist. Dat was zeker ook voor mij een ramp. Maandenlang thuis, via Teams vergaderen, bijna helemaal niemand zien. Wat ik straks ook ga missen: dat je onderdeel bent van een groter onderdeel. Door het gebouw lopen, lunchen in het restaurant of Plato. Dat echte contact is belangrijk voor mij. Ik heb ook niets met social media. Daar is niets sociaals aan, vind ik.’

Jolanda: Heb je nog een advies aan a.s.r.?

‘Als ik toch iets moet noemen, dan vind ik dat we soms te ver gaan in mensen te pamperen. We verdoen veel tijd met elkaar te willen aanvoelen en invoelen. Daar schieten we soms in door. Die cursussen voor leidinggevenden voor hybride werken vind ik zo’n voorbeeld van pamperen. Je zou toch mogen aannemen dat een leidinggevende weet hoe dat moet? We bieden mensen ook veel gelegenheid om te klagen. Zeg gerust eens vaker: zo is het en klaar. We zijn allemaal volwassen en dan moet je ook met een tegenslag of teleurstelling leren omgaan. Hoe goed wil je het hebben? We zijn gewoon de beste werkgever van Nederland. Dus niet zo zeuren en doe je werk.’

Jos: Wat is de vraag die je altijd hebt willen stellen en niet hebt gedaan?

‘Eigenlijk is dit maar 1 ding. En dat gaat over jou. Hoe kan jij in hemelsnaam leven? De druk, je doet dit vanaf 2005. Het is mij een raadsel hoe je dit volhoudt. En die focus. Ik heb je op de 8e van het ene moment het gesprek zien doen met de AFM en vervolgens met een oud-medewerker. En het verbaast me dat ik zag hoe makkelijk je wisselt, van AFM naar oud-medewerker. Dat focussen. Dat switchen. Dat kan ik niet.’ Vervolgens blijkt ook de ‘handigheid’ van Jos, want een echt antwoord komt er niet...

Jolanda: En word je nu lid van de Seniorenvereniging?

‘Nee, daar ben ik nog niet aan toe. Ik zei in het begin al dat ik nog in de ontkenningsfase zit... Misschien over een paar jaar. We zullen zien.’

Jolanda: We zijn bijna aan het eind. Hebben we nog een kans laten liggen?

‘Nee, volgens mij niet. Ik vond het gesprek in het begin wat onwennig, maar het werd steeds grappiger. Jullie stellen goede vragen. Heel apart. Toen dit interview zo werd voorgesteld – het was echt niet mijn idee – had ik wel bedenkingen maar jullie vullen elkaar goed aan. Mijn afsluiting zou zijn: ik gun iedereen zulke beste jaren als ik de afgelopen 13 heb gehad.’