IT&C en FRPM openen het gesprek

Inclusiviteit, wat doen we ermee?

Kees Tuijnman en Patrick Klijnsmit wilden niet afwachten. Zij gaven hun afdeling IT&C en Finance Risk & Performance Management een voorproefje van wat a.s.r.-breed komen gaat: een open gesprek over inclusiviteit. Van ongeloof tot eyeopeners.

Door Hans Vos


Kees Tuijnman: ‘In mijn dagelijkse mail aan collega’s heb ik gewezen op de column van Jos over inclusiviteit. Daar kreeg ik veel reacties op en heb daarna nagedacht hoe we daarover met elkaar in gesprek kunnen gaan. Omdat het een belangrijk en mogelijk beladen thema is, vond ik dat ik als directeur daar het voortouw in moest nemen. In overleg met Kyon (adviseur ethiek, red.) hebben we in een aangename setting bij de bibliotheekkast een rondetafelgesprek geïnitieerd. Zo’n 15 man waren daarbij aanwezig, een representatieve groep van IT&C. We hebben daar open vragen gesteld gebaseerd op de stelling: Ik gun het iedereen om zich bij IT&C maximaal thuis en gewaardeerd te voelen, met gelijke kansen ongeacht de verschillen die er altijd zijn tussen collega’s.

Daar kwam uit dat het DNA van IT&C veel meer divers is dan je op eerste gezicht zou denken. Het tweede was dat mensen het best heel spannend vonden om over het onderwerp te praten. Tot mijn verbazing was er ook irritatie van collega’s op de column van Jos, mogelijk omdat ze zich persoonlijk aangesproken voelden. Later werd het gesprek heel persoonlijk en ging het over het perspectief van de ontvanger als er iets gezegd wordt, ook al is het als grapje bedoeld. Vaak is er vanuit de zender geen kwade wil maar toch kan iets heel anders aanvoelen. De uitkomst was onder meer dat je je moet proberen te verplaatsen in de ontvanger. Al met al was het een warm gesprek. Iedereen was ervan overtuigd dat we hier meer mee moeten. Ik heb een steen in de vijver gegooid die voor beweging heeft gezorgd. Ik wil het nu aan de groep overlaten om de volgende steen te werpen.’

Kees Tuijnman

Patrick Klijnsmit

Patrick Klijnsmit: ‘De Denison scan was in veel opzichten goed. We hebben op onze afdeling behoorlijke veranderingen doorgevoerd en dan is de uitslag altijd spannend. Gelukkig werden de veranderingen door de meeste collega’s als positief ervaren en was de uitslag beter dan vorig jaar. Het onderdeel Diversiteit & Inclusie was een ander verhaal. Alhoewel we op de vraag over respect op de werkvloer met 99 procent goed scoorden, kwam bij bijvoorbeeld de vraag over gelijke kansen bij promotie, of het leren over diversiteit een heel ander geluid. Voor mij was duidelijk dat we snel in gesprek moesten gaan. Ik heb Digna Nooteboom van HR gevraagd om 2 open workshops te organiseren. Uit alle geledingen van de afdeling kwamen daar collega’s op af. De gesprekken gingen eigenlijk heel open en de structuur ontspon zich vanzelf. De eerste ging over de traditionele diversiteit en inclusie. De verhouding man/vrouw, kleur en afkomst medewerkers. Daar denk je toch van dat je het goed doet. Nou, dat was een eyeopener. Mensen worden geraakt door dingen waarvan je niet eens weet dat ze spelen. Kijk naar de doorsnee leidinggevende. Dat is toch vaak een blanke man en soms een vrouw tussen de 40 en 50 met weinig etnische variatie. Iedereen op dat niveau heeft toch blijkbaar een vergelijkbare achtergrond. Daar herkennen sommige collega’s zich niet in en stellen zich daarom de vraag of ze überhaupt wel kans hebben om door te stromen.‘

'Bij de tweede sessie kwam onder meer naar boven dat er collega’s zijn die denken dat als je Jos Baeten of andere senior managers niet kent, de kans op promotie gering is. Ook het familiegevoel bij a.s.r. maakt veel los. Het is hartstikke fijn maar minder leuk als je niet het gevoel hebt onderdeel van die familie uit te maken. Wat ik uit deze sessie meeneem, is onder meer het inzicht dat diversiteit veel breder is dan ik had gedacht. Hoe divers mensen ernaar kijken. Dat het iets is waar we veel over moeten praten. Dat gaan we doen op verschillende niveaus. De kunst hierbij is om niet meteen in de actiemodus te schieten, maar om eerst maar eens echt goed te begrijpen wat er speelt.‘