a.s.r. beloont agrarische ondernemers voor duurzame bedrijfsvoering

'De koeien hebben veel ruimte om goed te bewegen'

Boeren die landbouwgrond van a.s.r. in gebruik hebben, krijgen een korting van 5 tot 10% op de pachtkosten als zij hun grond duurzaam beheren. Een van hen is Wim de Wit uit het Utrechtse Kockengen. Hij runt samen met zijn vrouw Marisa en zoon William een melkveehouderij. ‘Dit past bij andere duurzaamheidsinitiatieven waar we ons aan hebben verbonden. Zo slaan we twee vliegen in één klap.’

Door Marleen Veldhuijzen

Voor insecten en vogels is het heel belangrijk hoe we met ons land omgaan. Door de manier waarop wij dit aanpakken, hebben verschillende soorten meer overlevingskansen.’ Aan het woord is Wim de Wit van melkveehouderij De Wit. Het bedrijf maakt van de duurzaamheidskorting (zie kader, red.) die a.s.r. biedt aan boeren die zich inzetten voor duurzame bedrijfsvoering. Op 5% van de 40 hectare van a.s.r. gepachte grond passen ze agrarische natuurbeheermaatregelen als graslandbeheer en weidevogelbeheer toe.

Wim en zijn zoon William maaien hun grasland niet in één keer maar gefaseerd, waarbij een deel van de vegetatie blijft staan. William: ‘Insecten krijgen zo de kans om de bloemen en kruiden te bestuiven en weidevogels zoeken hier beschutting.’ Ook het moment van maaien is van belang. ‘We doen dit zo laat mogelijk in het voorjaar. Bepaalde vogelsoorten als de grutto, kievit en tureluur kunnen hun nesten in het hoge gras bouwen en hun eieren uitbroeden. Als wij gaan maaien is er altijd het risico dat we deze nesten stukmaken. Daarom laten wij vrijwilligers de nesten opzoe­ken en markeren zodat we hier veilig omheen kunnen maaien.’ Ook is er een stuk bos op het perceel. Wim: ‘Op wat snoeiwerk na doen we niets, waardoor ook hier allerlei soorten dieren zoals hazen en konijnen hun onderkomen vinden.’

Bodemmonsters Wim en William doen ook mee aan de Open bodemindex. a.s.r. is een van de initiatiefne­mers van deze standaard voor het meten en interpreteren van bodem- en waterkwaliteit van agrarische percelen. Wim: ‘Via bodem­monsters berekent de Stichting Open bodemindex hoe het met de kwaliteit van onze grond is gesteld. Zo weten we waar we wel en niet moeten bemesten en met welk soort mest.’ Ruige mest strooien is volgens William een duurzame manier van het land bemesten. ‘Dit is stro vermengd met uitwerp­selen van kalveren. Het is vrij droog en blijft op het land liggen in tegenstelling tot drijfmest van volwassen koeien uit de mestput. Door het gebruik van ruige mest komen wormen en insecten omhoog, waar vogels weer op af komen.’

a.s.r. beloont boeren met duurzaamheidskorting

De druk om de agrarische sector te verduur­zamen is de afgelopen jaren enorm toegenomen. a.s.r. vindt dat alle partijen in de keten (van agrariër tot consument) gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor deze transitie, en niet alleen de boeren zelf. Daarom komt a.s.r. boeren die landbouw­grond van a.s.r. in gebruik hebben financi­eel tegemoet als zij zich inspannen voor duurzame bedrijfsvoering. Hiervoor zijn duurzaamheidsrichtlijnen opgesteld waar boeren aan moeten voldoen waarbij bodem, biodiversiteit en bedrijf centraal staan.

  • Boeren moeten grondmonsters nemen en de analyse hiervan delen met de Open bodemindex, een standaard voor het meten en interpreteren van bodem- en waterkwaliteit van agrarische percelen.
  • Op 5% van hun grond moeten boeren gebiedsgericht agrarisch natuurbeheer toepassen om de kwaliteit van natuur en landschap te verbeteren. Denk aan kruiden- en graslandbeheer zodat er verschillende soorten grassen op een stuk land groeien, weidevogelbeheer en andere bemesting. Dit is goed voor de biodiversiteit. Veel vogelsoorten en insecten krijgen zo meer kans.
  • Iedere vijf jaar moet er een bedrijfsplan liggen waarin boeren hun duurzaamheidsvisie beschrijven. a.s.r. gaat dan met de boeren in gesprek om te zien of deze plannen bij de visie van a.s.r. passen.

Boeren die zich aan deze duurzaamheids-richtlijnen houden, krijgen korting op het bedrag dat zij jaarlijks voor het pachten van de grond betalen. De eerste drie jaar is dit 10% en de rest van de looptijd van het pachtcontract 5%.

Om al hun plannen met a.s.r. te delen, stellen Wim en William iedere vijf jaar een businessplan op. Hierin beschrijven zij hun duurzaamheidsvisie voor de komende periode. William: ‘Voorlopig blijven we doen wat we doen want dit werkt voor ons nu heel goed. En het past ook bij andere duurzaam-heidsinitiatieven waar we ons aan hebben verbonden, zoals het On the way to PlanetProof-keurmerk voor onze melk. De eisen waaraan we daarvoor moeten voldoen, zijn nagenoeg gelijk aan die van a.s.r. Zo slaan we twee vliegen in één klap.’