Kick van der Pol neemt met trots afscheid na 12,5 jaar voorzitterschap RvC

‘Dat a.s.r. nu een koppositie inneemt in duurzaamheid in een beursgenoteerde omgeving, is knap’

Bij zijn aantreden in 2008 reed hij naar eigen zeggen als eerste voorzitter van de Raad van Commissarissen in totale mist. a.s.r. likte de wonden na de val van Fortis. Kick van der Pol moest helpen orde te scheppen in de chaos. ‘Dat het gelukt is, kun je niet toeschrijven aan individuen. Zoiets is een prestatie dankzij collectieve inzet. Daardoor kijk ik nu met trots naar de kopposities die a.s.r. inneemt op verschillende terreinen.’

Door Hans Vos

Eigenlijk wil Kick van der Pol er niets van weten. ’Heb je 12,5 jaar de kans gehad om me te interviewen en dan kom je als ik weg ga. Ik ben niet zo van het achterom kijken. En heb ook geen boodschappen voor opvolgers of voor a.s.r. Mijn taak is volbracht en daarmee is eigenlijk alles gezegd.’

Toch begrijpt de voorzitter van de RvC dat zijn functie voor a.s.r. te belangrijk is geweest om met stille trom te vertrekken. Hij gaat er in zijn woning in Noordwijk voor zitten. Niet te lang want een volgende meeting staat gepland aan het einde van de middag. Het begin na de crisis met Fortis, de opbouw, de beursgang, het beloningsbeleid en onder meer de renovatie komen ter sprake. Waarbij Kick bij het laatste onderwerp aanvankelijk lijnrecht tegenover CEO Jos Baeten stond. ‘Ik vond het net als Jos verschrikkelijk dat mensen in dat donkere gebouw moesten werken met al die hokjes. Die muffe atmosfeer. Wat mij betreft kon het gebouw plat. Iets nieuws vlak bij het station leek me wel wat. Maar Margot Scheltema (toenmalig RvC-lid) en Jos overtuigden me dat dat allesbehalve duurzaam zou zijn. Daarmee hadden ze een punt. Toen heb ik wel gezegd: neem dan de beste architect die je kunt krijgen. Met de keuze van Jos voor Team 5 was ik blij. Ik kende hen van de renovatie van het ministerie van Financiën. Dat hadden ze prachtig gedaan.‘

Het is oktober 2008. De overname door Fortis samen met Banco Santander en Royal Bank of Scotland van ABN AMRO loopt uit op een financieel debacle dat alleen afgewend kan worden door ingrijpen en steun van de Staat. Fortis Verzekeringen Nederland mag zich afsplitsen en gaat zelfstandig verder. Wel met de Staat als aandeelhouder maar zonder kapitaalinjectie.

'Dat was de situatie toen ik door de thesaurier-generaal van het ministerie van Financiën werd gebeld of ik een RvC wilde samenstellen en leiden. Ik dacht meteen aan een doorgewinterde collega uit de verzekeringsbranche erbij maar ook aan 2 mensen die totaal uit een andere wereld kwamen, want ik was er wel van overtuigd dat verzekeraars aan tunnelvisie leden. Ik was overigens al vanaf het begin bij het proces betrokken toen er werd nagedacht of het bedrijf zelfstandig zou worden. Het werden Cor van den Bos, Margot Scheltema en in een iets later stadium Annet Aris.’

Wat Kick aantrof in het bedrijf baarde hem zorgen. ‘In het dna was het een goed verzekeringsbedrijf maar het was volledig uitgezogen door de Belgen. Die stuurden op maandcijfers, hadden de IT niet vernieuwd en niet geïnvesteerd in de merken. Kortom: een treurig verhaal. Ik heb de Nederlandse Staat toen ingelicht hoe het ervoor stond en uitgelegd dat herstel nog wel een paar jaar kon duren. Die ruimte kregen we. De eerste beslissingen waren: we moeten een bestuur in charge brengen. Wie moet de leiding krijgen? En een CFO aantrekken. Risk management was er niet. We reden absoluut in de mist. De balans was losgescheurd. Als je aanleg had voor koppijn moest je daar niet naar kijken. Verplichtingen en bezittingen moesten we met elkaar in balans brengen. Zoals gezegd: de Staat had geen haast en a.s.r. heeft die ruimte maximaal benut. a.s.r. kon daardoor relatief gezien snel naar de beurs, sneller dan toeschouwers voor mogelijk hielden.’

Van die beursgang was de Staat aanvankelijk nog niet zo overtuigd. ’De Staat hield meer opties open hoe terug te keren naar de private sector. NLFI kwam ertussen om de aandelen te beheren en er werd onder meer gekeken naar overname door een zogenaamde private-equitypartij, wat volgens hen wellicht meer geld zou opbrengen. Maar wij vroegen ons af of de klant erbij gebaat zou zijn als er in dat geval veel meer risico’s werden genomen. We hebben eindeloze stoeipartijen gehad met NLFI. Dat was vooral in het begin mijn taak. Jos hield zich de eerste tijd bezig met de interne organisatie. Toen in 2014 de minister besloot achter onze beursgang te gaan staan liep mijn betrokkenheid terug en zaten Jos en CFO Chris Figee samen op de bok. Vanuit de RvC adviseerde Herman Hintzen aan wie we de aandelen het beste konden toewijzen.‘

Beloningsbeleid Kick krijgt in de loop der jaren veel dossiers onder ogen, waaronder het heikele beloningsbeleid van de RvB. ‘Ik vond het beloningsbeleid van Fortis idioot. Een krankzinnige variabele beloning. En zeker in die eerste jaren na 2008 was er geen sprake van dat we dat konden doorzetten. Politiek en sociaal niet aanvaardbaar. De RvB heeft daar toen ook in eerste instantie vrijwillig afstand van gedaan. Maar de Staat was in 2009 als grootaandeelhouder geen voorstander van het afschaffen. Met als argument dat geen Amerikaanse belegger zou instappen in een bedrijf dat geen variabele beloning hanteerde. Dus in nood hebben we het toch toegepast, zij het bescheiden. Toen viel iedereen weer over ons heen dat we het wel gedaan hadden. Uiteindelijk zijn we tot de slotsom gekomen dat het beter was om het om te zetten in gewoon loon. Mensen bij a.s.r. moeten intrinsiek geïnteresseerd zijn om er te werken. Maar dat werd een hoop gezeur en gedoe met de overheid. Ik moet eerlijk zeggen dat ik groot respect en bewondering heb gekregen voor alle ambtenaren met wie we gewerkt hebben. Professioneel en deskundig. Maar als je kijkt naar het nakomen van afspraken rond beloning en benoemingen was dat nog wel eens een ander verhaal. Ik kan me nog herinneren dat we het persbericht over de aanstelling van Chris Figee als CFO nog geen uur hadden verstuurd, of het ministerie wilde alsnog het arbeidscontract aangepast zien wat we al meermalen hadden doorgesproken.’

Terugkijkend op zijn 12,5 jaar als voorzitter overheerst toch vooral de trots: ‘Een bedrijf wordt nooit groot van individuele prestaties. Je doet het samen. Managers, werknemers en vergeet niet de rol van de OR waarmee ik heel prettig heb samengewerkt. De RvB en RvC hebben onderling ook uitstekend samengewerkt. Ik denk dan bijvoorbeeld hoe slim het was om al in een vroeg stadium een toetsingskader te maken voor overnames. Precies omschrijven wanneer wel en wanneer niet. Dat heeft fantastisch gewerkt en gaf rust. Maar het mooiste vind ik dat a.s.r. een koppositie heeft op het gebied van duurzaamheid in een beursgenoteerde omgeving. Dus duurzaamheid zien te koppelen aan goede financiële prestaties. Dat is knap. Maar ook een toppositie in het beloningsbeleid, HR, De Andere Cao, noem maar op. Een prachtige collectieve prestatie. Met fantastische mensen. Als je vraagt met welk gevoel ik vertrek, zeg ik: als ik weg ben, ben ik weg. Maar vooral de mensen van a.s.r. ga ik missen. Het is gewoon een bedrijf om trots op te zijn.’ •