a.s.r. zorg schiet zorgverleners financieel te hulp

‘We willen dat zij hun werk kunnen blijven doen’

De coronacrisis heeft niet alleen voor een tijdelijke sluiting van de horeca en cultuursector gezorgd. Ook zorgaanbieders zoals tandartsen, psychologen, fysiotherapeuten en ziekenhuizen behandelden minder mensen dan voorheen. Om deze zorgaanbieders financieel te ondersteunen zijn er de continuïteitsbijdrage-regelingen. a.s.r. zorg heeft speciale teams vrijgemaakt om de uitvoering van deze regelingen in goede banen te leiden.

Door Marleen Veldhuijzen

'Het was en is een lang en ingewikkeld proces maar we verwachten er begin deze maand uit te zijn’, vertelt Jeroen Verhoeven, teammanager Finance bij a.s.r. zorg. ‘We hebben samen met andere zorgverzekeraars en met de brancheorganisatie Zorgverzekeraars Nederland regelingen uitgewerkt die ervoor moeten zorgen dat zorgverleners niet “omvallen” en dat straks de zorg geleverd kan worden die onze verzekerden nodig hebben. Dit zijn de continuïteitsbijdrage­regelingen, kortweg CB­regelingen. We vinden het heel belangrijk dat de zorg zich kan richten op waar het voor is: het verlenen van zorg aan hen die dat nodig hebben. Nu en in de toekomst. Daarvoor is het nodig dat we ze financieel ondersteunen en door de coronacrisis doen we dat op een andere manier dan gebruikelijk.’

Jeroen vertelt dat een regeling is getroffen voor zorgaanbieders met een jaaromzet van minder dan 10 miljoen euro waarvan de diensten die zij aanbieden onder de basis- of aanvullende zorg­verzekering vallen. Dit is de Generieke CB-­regeling. ‘Het inkomen dat zij mislopen door de tijdelijke lockdown van de afgelopen tijd wordt gecompenseerd. Daar gelden uiteraard regels voor. Zo wordt er gerekend met een normomzet uit 2019. Zorgaanbieders ontvangen niet meer aan continuïteits bijdrage dan zij vorig jaar hebben verdiend. Hierbij wordt wel rekening gehouden met de inflatie.’

40.000 zorgaanbieders Zorginstellingen die voor deze regeling in aanmerking komen, kunnen deze continuïteitsbijdrage sinds 15 mei aanvragen via een landelijk inkoopportaal. ‘Die aanvragen worden aan ons doorgestuurd en wij beoordelen ze en stellen de uitkering vast. Bij a.s.r. zijn er ongeveer 40.000 zorgaanbieders aangesloten die aanspraak op deze regeling kunnen maken. Ongeveer 7000 hebben dat tot nu toe gedaan.’ Om alle aanvragen te kunnen verwerken, zijn a.s.r.­-collega’s uit de teams Inkoop & Beleid, Data, Finance en Functioneel Beheer hiervoor vrijgemaakt. Inmiddels is er ook een speciaal loket geopend voor vragen van zorgaanbieders en is er een team geformeerd vanuit Declaraties, Debiteuren en Zorg controle dat de uitvoering van de regelingen verder gaat begeleiden. ‘We hebben de uitbetalingen voor maart en april gedaan en de maanden mei en juni volgen.

Het verwerken van alle aanvragen is een enorme klus. ‘We moeten voor iedere zorgaanbieder uitrekenen welke bijdrage ze kunnen ontvangen. Met een kleine groep medewerkers proberen we dit binnen 1 week na de aanvraag te regelen. Dat we dit zo snel voor elkaar krijgen, komt door de enorme voorbereiding die er in zit. Dit was een heel complex proces door de tijdsdruk en het verzamelen en valideren van data. Ik ben er trots op dat dat tot nu toe zo goed lukt.’ Ook zorgaanbieders zijn hier blij mee. ‘We kregen van een zorgaanbieder te horen dat hij blij verrast was dat we dit zo snel hebben geregeld. Dat is heel fijn om te horen.’

Inkomstenderving De Generieke CB­-regeling loopt tot en met juni of zolang er sprake is van inkomstenderving voor zorgaanbieders als gevolg van coronarestricties. ‘Het streven van de CB­-regeling is dat zorgaanbieders aan het einde van het jaar hun normale normomzet hebben gehaald. We willen niet dat zij verlies lijden, maar er mag natuurlijk ook geen sprake zijn van extra winst doordat wij hen financieel hebben ondersteund. Verzekeringsgeld is hier niet voor bedoeld.’ Naast de Generieke CB-­regeling wordt ook hard gewerkt aan de Specifieke CB­-regeling. Deze is bedoeld voor grote zorginstellingen die meer dan 10 miljoen per jaar omzetten. ‘Dit zijn 350 instellingen waaronder voor namelijk ziekenhuizen en GGZ-­instellingen vallen.’

Jeroen legt uit dat het heel complex is om daar een goede regeling voor te ontwikkelen. ‘Sommige ziekenhuizen hebben te maken gehad met een enorme instroom van coronapatiënten waardoor zij veel extra zorgkosten hadden, terwijl ze niet­-corona-gerelateerde behandelingen moesten uitstellen. Andere ziekenhuizen hebben minder corona­patiënten gehad, maar wel veel geplande zorg moeten uitstellen. Hoe voeg je dit goed samen in één regeling?’

Struikelblok is ook de vraag: wie moet nu wat vergoeden? De verzekeraars, ziekenhuizen zelf of de overheid? ‘Deze vraag is niet eenvoudig te beantwoorden en er zijn veel belangen die meespelen. Om deze zorginstellingen wel voldoende comfort te geven in de tussentijd, en te voorkomen dat ze in liquiditeitsproblemen komen, is hiervoor een voorschotregeling geïntroduceerd. Ook dit voorschot wordt vastgesteld op basis van een normomzet. Om definitief uit te kunnen keren, moeten we er niet alleen met hen uitkomen, maar ook met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.’

De verwachting is dat niet alle ziekenhuizen gebruik zullen maken van de voorschotregeling. ‘Ziekenhuizen factureren anders dan kleinere zorgaanbieders. Het merendeel is nu nog bezig met de facturering van vorig jaar of begin dit jaar. Die merken op financieel gebied nog niet de grootste impact van de coronacrisis. Maar voor de instellingen die wel in liquiditeitsproblemen komen staan we klaar.'