Tentoonstelling blijft zolang het kan


Het begon zo goed, maar de coronamaatregelen gooide ook voor de tentoonstelling ‘a.s.r. doet het, al 300 jaar’ roet in het eten. Gezien de enthousiaste reacties kijkt conservator Sigrid Vegter naar de mogelijkheid om de tentoonstelling te verlengen. ‘Belangrijkste reden om in juni te stoppen, was het feest. Maar dat is uitgesteld, dus de ruimte voor verlenging is er.’

Door Sandra Meijer

Op 15 januari werd de tentoonstelling feestelijk geopend door Jos Baeten samen met de Utrechtse burgemeester Jan van Zanen. Dit gebeurde door de onthulling van de steen van De Oude Hoofdpoort, de allereerste vestiging van a.s.r. van 300 jaar geleden. De steen is in bruikleen van het museum Rotterdam. Bruikleen is meteen een eerste obstakel voor een verlenging. Sigrid: ‘Deze steen hebben we in langdurige bruikleen gekregen, die blijft ook na de tentoonstelling in de hal staan. Maar over anderen, zoals de adelaar en het leeuwtje die we van het Centraal Museum Utrecht hebben, moeten we wel in overleg. Lastig in dit stadium is dat we geen tijdsperiode aan kunnen geven, omdat we nog niet weten wanneer we weer open kunnen.’

Sigrid verwacht desondanks dat de verlenging van de bruiklenen geen probleem zal zijn. En ook de verzekering ervan zal makkelijk te regelen zijn. ‘Die hebben we namelijk bij a.s.r. lopen.’ Een ander aspect zijn de wanden van de tentoonstelling die a.s.r. heeft gehuurd. ‘Marijke Troost van Corporate Communicatie is nu in overleg met het bureau dat ons heeft geholpen met de tentoonstelling en deze wanden levert, om te kijken naar de mogelijkheden om ze langer te laten staan. Hier spelen voor ons vooral de kosten een rol.’

Klimaat Nu er vele stukken uit het depot zijn gehaald en voor langere tijd tentoongesteld, is de Stichting Kunst en Historisch Bezit tegen een ander probleem aangelopen. ‘Het klimaat in het pand is niet stabiel zoals dat in een museum wel is. En die wisselende temperatuur is slecht voor bepaalde historische stukken. Als we ze langer dan gedacht willen tentoonstellen, dan moeten we daar iets mee. Dit kan bijvoorbeeld door de aanschaf van speciale klimaatvitrines, waar de temperatuur precies goed en stabiel kan worden gehouden. Of we moeten sommige stukken herschikken naar een plek waar er minder schommelingen zijn.’ Voorbeelden hiervan zijn het boek ‘De Waerdye van Lijf-Renten naer Proportie van Los-Renten, in 1671 geschreven door Johan de Witt en de aankondiging voor intekening op 22 juni 1720 voor de Maatschappij van Assurantie, Discontering en Beleening der Stad Rotterdam, gevolgd door het register van inschrijving gedateerd 22 juni 1720.

Er zijn dus nog enkele ‘obstakels’, maar dat de tentoonstelling blijft, is eigenlijk wel zeker. ‘We hebben zoveel enthousiaste reacties gekregen en de rondleidingen waren een groot succes. We hopen echt dat we nog veel meer mensen kunnen laten genieten van ons overzicht van 300 jaar a.s.r.’